Dat honing gemaakt wordt door bijen en dat het gezond is, dat weet iedereen wel. Het is ingedikte nectar uit bloemen. Bijen voegen enzymen toe en dampen de nectar in door met hun vleugels te ventileren. Bijen gebruiken ongeveer 90 procent van de gemaakte honing zelf. Wat overblijft slaan ze op en wordt afgedekt met wasdeksels. Dan is het tijd om de honing te oogsten. De kleur, smaak en dikte zijn iedere keer anders en worden mede bepaald door de oorsprong van de nectar.
Wat voor een soort honing je hebt, is afhankelijk van het stuifmeel dat gebruikt wordt. Wanneer meer dan 50 procent van het stuifmeel in de honing van 1 soort bloem komt, dan wordt de honing daarnaar vernoemd. Daarom zie je verschillende soorten honing, zoals bijvoorbeeld lavendelhoning, klaverhoning, heidehoning of kastanjehoning. Er zijn dus altijd meer bloemen die nectar leveren.
Honing is niet alleen de gezondste zoetmaker, maar je kan er elk gerecht mee bereiden. Ook jouw green juices. Honing heeft belangrijke gezondheidsvoordelen. Zo werkt het bijvoorbeeld als een heel goed antibioticum.
Het is voor wetenschappers heel moeilijk om aan te tonen hoe honing precies werkt. Zij zien wel dat het werkt, kunnen vaststellen dat het werkt, maar verder dan een vermoeden dat het komt door bepaalde gezonde bacteriën, is de wetenschap nog niet gekomen.
De gezonde werking van honing, alsook de smaak, gaan verloren wanneer honing warmer dan 37 graden is. Honing is het meest gezond, wanneer je het rauw nuttigt.
Honing schakelt onder meer enzymen uit die darmkanker veroorzaken. Het is een natuurlijk antibioticum en kan ingezet worden tegen virussen, bacteriën en schimmels. Er zijn zelfs ziekenhuizen die honing gebruiken als desinfecterend middel op wonden.
Het is ook goed voor jouw geheugen, kan verzachten bij onder meer luchtweginfecties, en werkt inwendige infecties actief tegen. Het helpt diabetes type 2 voorkomen en diabetespatiënten kunnen honing als zoetmaker gebruiken.
